Veel gestelde vragen

Veel gestelde vragen

Veel gestelde vragen

Nee, alleen op basis van het hebben van diabetes mag een school een leerling niet weigeren. Een school mag wel doorverwijzen naar een andere school onder bepaalde voorwaarden (zie meer informatie in onderstaande vraag).

Ja, maar alleen als een school kan aantonen dat de school zelf geen passend aanbod kan bieden. In dat geval moet de school, in overleg met de ouders, zorgen voor een passende plek op een andere school binnen het samenwerkingsverband.

Nee, dit mag in principe niet, slechts bij uitzondering mag een school de (medische)zorg aan een leerling met diabetes weigeren. De Wet gelijke behandeling op grond van handicap/chronische ziekte (WGBH/cz) legt een zorgplicht op scholen om te zorgen voor extra ondersteuning. Uitgangspunt is dat leerlingen niet ongelijk behandeld mogen worden vanwege hun beperking. 

De wet legt een verplichting op scholen om te onderzoeken welke ondersteuning voor een leerling met diabetes nodig is, en die -binnen de mogelijkheden van de school- ook te bieden. De zorg aan leerlingen met diabetes mag door school dus niet zomaar geweigerd worden. Nu gebeurt het nog regelmatig dat scholen bij voorbaat alle zorg voor leerlingen met diabetes uitsluiten met verwijzing naar hun medisch protocol. Dat mag dus niet. Voor meer informatie zie het juridisch kader.

Als school heb je wellicht zorgen over aansprakelijkheid als er iets verkeerd gaat. Hierdoor weigeren scholen in sommige gevallen iedere vorm van ondersteuning voor het kind. Dit mag niet zomaar. Alleen als dit een onevenredige belasting vormt en onderbouwd is met onderzoek, kan dit in sommige gevallen reden voor uitzondering zijn. In het geval van risico op aansprakelijkheid zal dit hoogstwaarschijnlijk geen onevenredige belasting vormen nu scholen dit gemakkelijk tegen een normale premie kunnen laten verzekeren. Deze conclusie werd getrokken door  Van Benthem & Keulen een onafhankelijk advocatenkantoorgespecialiseerd in medische aansprakelijkheid
Meer informatie in het juridisch kader.

Nu gebeurt het nog regelmatig dat scholen bij voorbaat alle zorg voor leerlingen met diabetes uitsluiten met verwijzing naar hun medisch protocol. Dat mag niet. De Stichting stelt zich op het standpunt dat een dergelijk medische protocol in strijd is met de wet gelijke behandeling, omdat het bij voorbaat alle zorg uitsluit zonder een individuele toets of de zorg geboden kan worden.

De Wet gelijke behandeling op grond van handicap/chronische ziekte (WGBH/cz) legt een zorgplicht op scholen om te zorgen voor extra ondersteuning. Uitgangspunt is dat leerlingen niet ongelijk behandeld mogen worden vanwege hun beperking. Krijgen ze geen passende ondersteuning in het onderwijs, terwijl zij daar wel recht op hebben en de school dit behoort te bieden, dan is dit discriminatie

Iedere school is dus verplicht te onderzoeken welke ondersteuning voor een leerling met diabetes nodig is, en die -binnen de mogelijkheden van de school- ook te bieden. De zorg aan leerlingen met diabetes mag door school dus niet zomaar geweigerd worden. Vandaar dat ook de PO-raad het protocol medisch handelen aan het aanpassen is. Zodra het aangepaste protocol gepubliceerd is zullen we erna verwijzen. 

Meer informatie is te vinden in het juridisch kader.

<">Ja, schoolpersoneel mag insuline toedienen. Het kan hiertoe echter nooit verplicht worden. Onder welke voorwaarden dit gedaan mag worden hangt ervan af of het schoolpersoneel dit in de privésituatie doet of beroepsmatig. Ook is het van belang of het gaat om voorbehouden handelingen zoals het spuiten van insuline met een insulinepen, of niet voorbehouden handelingen zoals het bedienen van een insulinepomp of het meten van de bloedglucosewaarde. Kijk bij juridisch kader meer informatie.

 

Het toedienen van insuline met een insulinepen of spuit en het vervangen van het infuussetje van de pomp vallen onder voorbehoudende handelingen. Dat betekent dat beroepsmatig alleen een arts of een bekwaam persoon deze handelingen mag verrichten. Het aan- of afkoppelen van een insuline pomp, het toedienen van insuline met een insulinepomp of het meten van de bloedglucosewaarden zijn GEEN voorbehoudende handelingen. Kijk bij juridisch kader meer informatie.

Van aansprakelijkheid is alleen sprake indien het onderwijspersoneel:

  • Zich niet aan de voorwaarden houdt waaronder medische handelingen mogen worden verricht en/of;
  • Verwijtbaar handelt bij het verrichten van deze diabeteshandelingen.

Verwijtbaar handelen betekent: in ernstige mate tekortschieten of onzorgvuldig handelen, ook wel een onrechtmatige daad. Er zijn wel vereisten voordat je kunt spreken van een onrechtmatige daad. Een normale 'fout of vergissing' zoals bijvoorbeeld een keer iets vergeten of per ongeluk een kleine afwijking spuiten zou hier waarschijnlijk niet onder vallen. Het moet echt gaan om verwijtbaar gedrag, gebaseerd op artikel (6:162 Burgerlijk Wetboek).

De stichting adviseert dat in ieder geval de eerste keer de schoolkracht getraind wordt door een deskundige vanuit het betrokken diabetesteam of door de ouders zelf. Een bekwaamheidsverklaring is niet verplicht als het schoolpersoneel handelt als privépersoon. Indien schoolpersoneel wel beroepsmatig handelt is een bekwaamheidsverklaring wel verplicht voor voorbehouden handelingen. Bijvoorbeeld getraind personeel zoals de EHBO die het niet vanuit de thuissituatie doen maar vanuit hun rol.

Bij schoolpersoneel dat beroepsmatig handelt is het handelen toeschrijfbaar aan de school. De school moet nagaan of de verzekering dit dekt. Indien je aan de de hand van de factsheet de thuissituatie op school creëert kan de school niet aansprakelijk worden gesteld. Dan zou de individuele schoolkracht mogelijk een beroep kunnen doen op zijn/haar eigen aansprakelijkheidsverzekering als die aanwezig is.

Zowel in het basis- als voortgezet onderwijs raden we aan om afspraken rondom diabeteszorg goed vast te leggen. Dit op een manier die voor iedereen die ze nodig heeft toegankelijk is. Dat kan op papier in de klas, in een dossier en/of digitaal in een leerling-volgsysteem.

Nu kan je je misschien afvragen hoe zich dat verhoudt tot de regels omtrent privacy. Hoofdregel met privacy is dat je niets mag opslaan tenzij je een geldig doel hebt. Kennisoverdracht over ziekte in verbnd met veiligheid is een geldig doel. Natuurlijk is het van belang om het vastleggen over wie, wat waar en hoe in goed overleg te doen met de ouder(s) en de leerling.

Hier kun je allemaal precies nalezen.

Het ministerie of onderwijs heeft de factsheet specifiek gemaakt voor het primair onderwijs. Maar de stappen en regels die in de factsheet worden genoemd zijn ook van toepassing in de kinderopvang, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Je kunt deze factsheet ook in die sectoren daarom als leidraad gebruiken.

Voor kinderen met diabetes moet vaak een doeltreffende aanpassing worden verricht. Dit valt onder de Wet gelijke behandeling handicap chronisch ziekte (Wegbh/cz). Vroeger gold deze wet niet in het speciaal onderwijs. Sinds een wetswijziging wel.

Dat betekent dat ook in het speciaal onderwijs je om een doeltreffende aanpassing kan vragen. Wel is er nog weinig over bekend omdat er nog weinig een beroep op is gedaan in het speciaal onderwijs.

Het kan gebeuren dat je samen vastloopt rondom de diabeteszorg op school. Je hebt voor je gevoel alles geprobeerd maar je komt er samen niet uit. Gelukkig zijn er dan onze ambassadeurs die met je mee kunnen denken en nog een heel aantal andere instanties die je dan verder kunnen helpen. 

Heb je behoefte aan advies op maat rondom de diabeteszorg bij jou op school. Neem dan contact op met één van onze ambassadeurs. Daarnaast zijn er een heel aantal instanties die de school verder kunnen helpen mocht daar behoefte aan zijn. Kijk hier voor mer informatie.

 

 

Zeker rondom medische handelingen is er vaak veel onduidelijkheid bij leerkrachten en scholen. De laatste jaren zijn niet alleen de verplichtingen scherper in kaart gebracht, maar ook de mogelijkheden verruimd. Daar is niet iedereen goed van op de hoogte. Daarom hebben we dat hier duidelijk op een rijtje gezet.

Hoewel het niet nodig is, kan school vragen om een aansprakelijkheidsverklaring te tekenen aan ouders. Bijgaand is een voorbeeld aansprakelijkheidsverklaring door ouders voor school die je kan invullen en aan school overhandigen als school dat gerust stelt.

Wanneer is schoolverzuim vanwege diabetes toegestaan en wanneer niet meer?

Hier is geen simpel antwoord op te geven, omdat het van een heel aantal zaken afhangt.  School zal (veelvuldig) verzuim opvatten als een signaal dat er iets aan de hand is, wel of niet diabetes gerelateerd. En zal met de ouders en leerling contact zoeken om erachter te komen wat de reden voor het verzuim is.

Daarbij zal de school onderzoeken:

  • Is het verzuim structureel, wanneer vindt het dan meestal plaats?
  • Is het verzuim langdurig aaneengeschakeld of zijn het korte ziekte en/of afmeldingen?
  • Welke leerachterstand heeft de leerling opgelopen door het verzuim?

Veel ellende rondom schoolverzuim kan voorkomen worden door goed te (blijven) communiceren met school. In eerste instantie in de voorbereiding. Daarbij kan je denken aan:

  • Vraag aan school wat ze verstaan onder geoorloofd en ongeoorloofd verzuim, kom als het antwoord nog niet duidelijk is zelf met voorbeelden van verzuim en vraag in welke categorie het valt.
  • Welke regels gelden erbij te laat op school komen, door bijvoorbeeld een hypo of hyper, of een hele slechte nacht?
  • Welke afspraken maken we rondom ziekmelden?
  • Welke opdrachten, SO’s en presentaties is de leerling verplicht te maken en welke hoeft hij niet te doen in geval van extreme vermoeidheid?

Voorbeelden en tips van ouders:

“Bij de VO school altijd begrip gehad wel elk jaar klassenleraar gesproken en nog belangrijker bij de conciërges afspraken mee gemaakt dat hij daar altijd terecht kon voor als hij zelf geen eten meer had. Jaarlijks de conciërges altijd persoonlijk als ouders bedankt voor hun ondersteuning.”

“Onze dochter van 13 (brugklas) is zelden ziek, pikt nauwelijks virussen op, hooguit een verkoudheidje. Wèl heeft ze nogal wisselende waardes, waardoor er 's avonds laat/'s nachts nog weleens hypo's/hypers moeten worden opgelost. Als ze een paar van dat soort nachten heeft gehad dan staat ze 's ochtends echt brak op, en melden we haar ziek... Ze moet écht even bijslapen dan, haar batterij opladen.”

“Mijn zoontje is veel ziek, hoesten, koorts. Extra vatbaar voor alles door zijn dt1. Was voor de diagnose ook regelmatig ziek maar niet zo vaak als nu. Daardoor dus verschrikkelijke waardes. Dan blijft hij ook lekker thuis, gelukkig heeft school alle begrip ervoor. Kan hem moeilijk moet koorts, hoesten als een oude man en torenhoge suikers op school afleveren iedere keer.”

“Randy (12) spuit insuline en was best vaak thuis Was in begin goed ziek ervan en als de nachten heftig zijn van hypo naar hyper enz en hij ging een uurtje later waren ze niet blij er kwam zelf leerplicht bij.”

De laatste twee jaren van het voortgezet onderwijs zijn gevuld met spannende stressvolle periodes. Dan ligt er nog meer druk op je kind/leerling om ervoor te zorgen dat zijn glucosewaarde binnen de marges blijft. De school heeft ruimte om aanpassingen te doen aan de mogelijkheden van je kind. Je kunt als ouder samen met je kind aanpassing aanvragen voor het schoolexamen en het centraal examen. Bij het eindexamen worden dezelfde dingen getoetst bij alle leerlingen, dat geldt ook bij eventuele aanpassingen. Het is immers de bedoeling dat de waarde van het diploma voor iedereen gelijk is. Alleen als een leerling door een beperking of een aandoening, zoals diabetes, door de manier van toetsen niet goed kan laten zien wat hij kan, kunnen aanpassingen dat compenseren. Het gaat dus om aanpassingen in de manier waarop het examen wordt afgelegd, niet om aanpassingen in het examen zelf.

Aanpassingen voor tijdsverlenging van schoolexamens

De schoolexamens worden door de school zelf georganiseerd. Daardoor hebben ze meer vrijheid om aanpassingen te doen dan bij de centrale examens. De tijd die er is voor een schoolexamen kan verlengd worden met 30 minuten. Ook kan je kind een schoolexamen later inhalen wanneer hij voor of tijdens een toets een zichtbaar gemeten hypo of hyper heeft.

Aanpassingen voor het centraal examen

Het centraal schriftelijk examen is meer gebonden aan regels. De mogelijkheden rond aanpassingen kun je het best bespreken met de mentor, en/of de leerlingbegeleider, de zorgcoördinator en de leerjaar- begeleider van het eindexamenjaar. Tijdens het centraal schriftelijk examen kan je kind gebruikmaken van 30 minuten extra tijd. De directeur besluit over deze aanpassingen. Hij meldt dit aan de onderwijsinspectie. Het is de bedoeling dat dit voor 1 november in het examenjaar gebeurt. Is dat niet gelukt, dan kan het ook later worden gemeld. Er is wel een samenhang nodig tussen de aanpassingen tijdens de eerdere jaren op school, de schoolexamens en het centraal examen. Het zou raar zijn als opeens alleen voor het centraal examen aanpassingen worden aangevraagd.

Tijdens het eindexamen

De leerling mag tijdens alle examens altijd direct gebruikmaken van medische hulpmiddelen, zijn glucosewaarde meten, insuline toedienen en koolhydraten drinken of eten als dat noodzakelijk is. Daarnaast kan een leerling het examen ongeldig laten verklaren met een aangetoonde hypo en een artsenverklaring. Het beste is, als dat mogelijk is, om dat ter plekke te doen. Dan kan er namelijk geen discussie ontstaan of de leerling wel of niet al een tijdvak heeft benut en het vervolgens opnieuw kan doen in het tweede tijdvak. Tijdens het examen kan ook een pauze worden ingelast. Dit kan vooraf al worden afgesproken, maar kan ook pas tijdens het examen nodig blijken. Een surveillant blijft dan bij de leerling, totdat deze zich weer goed genoeg voelt om verder te gaan.

Hier kun je in detail nalezen wat er voor 2020 is afgespoken over aanpassingen voor leerlingen met een beperking.

Ga lang van tevoren in gesprek is ons advies.

Uitgangspunt is dat je kind/je leerling recht heeft om mee te gaan.  Daarbij is het wel belangrijk om op tijd in gesprek te gaan om te kijken wat er nodig is om dit samen goed te regelen. Ga met elkaar om de tafel om te inventariseren wat er nodig is. Leg als ouder daarbij uit wat je kind allemaal zelf kan en wat hij/zij nodig heeft om goed voor zijn/haar diabetes te zorgen tijdens de schoolreis. En kijk dan hoe je dit samen kunt regelen.

Wees open waar je tegenop ziet als leerling, ouder of school. Kijk wat je voor elkaar kan betekenen voor en tijdens de reis. Soms kan dat bijvoorbeeld prima via een diabetesbuddy/vriend bijvoorbeeld, die dan op dezelfde kamer mag slapen. Je kan vaak op afstand als ouder via telefoon/app ook een flinke vinger aan de pols houden.

Afgelopen weken heeft de stichting een aantal keren ouders geholpen die te horen kregen dat hun kind niet mee mocht vanwege diabetes. Dat mag de school niet zomaar zo stellen. Een leerling heeft bij de wet recht om aan alle onderdelen van het curriculum mee te doen en daar hoort ook een (internationale) schoolreis bij. Het is de gezamenlijke verantwoording van ouder én school om dit mogelijk te maken.

Uit onderstaande uitspraak van College rechten van de mens, blijkt dat de school niet bij voorbaat allerlei eisen mag stellen. Vanuit de wet Gelijke Behandeling heeft je kind met diabetes namelijk recht op gelijke behandeling.

https://mensenrechten.nl/publicaties/oordelen/2012-52

Kom je er samen niet uit? Laat het ons weten via info@zorgeloosmetdiabetesnaarschool.nl.

Er is geen vaste regel voor waar insuline toegediend kan worden op school, het kan allebei in de klas en erbuiten. De keuze kan van veel factoren afhangen, waarvan de belangrijkste is wat vindt de leerling zelf het prettigst? Dat kan altijd op een vaste plek zijn, of juist flexibel daar waar het nodig is. Soms is het ook een beetje uitproberen.

Daarnaast kun je denken aan:

  • Leeftijd van de leerling. Bij een leerling die de supervisie van de eigen leerkracht nodig heeft bijvoorbeeld, dan is het handiger in de klas.
  • Of er met pomp of pen gespoten wordt en waar in het lichaam, gekoppeld aan de behoefte aan privacy (zie punt hieronder).
  • Wel of geen behoefte aan privacy van de leerling. Vooral wanneer de leerling wat ouder is en er in been of bil gespoten wordt.
  • Wat de leerling nodig heeft om de handelingen zo prettig mogelijk uit te voeren. Heeft de leerling behoefte aan concentratie en rust, dan niet in de klas bijvoorbeeld. Of juist flexibiliteit en gewoon mee doen met rest, dan in de klas.

Aan het begin van elk schooljaar is het goed om de ouders van alle klasgenootjes te informeren dat je kind diabetes heeft. Dit is goed omdat hoe meer begrip er bij de ouders is, hoe meer ze rekening kunnen en willen houden bij bijvoorbeeld traktaties, bij elkaar spelen en verjaardagsfeestjes (daarover meer in de andere vragen).

Dit informeren kan op verschillende manieren. Vaak is een combinatie het beste.

  1. Vraag aan de leerkracht/ouder of je tijdens de allereerste ouderavond van het jaar 5 tot 10 minuten de tijd om te vertellen dat er een leerling met diabetes in de klas zit en hoe de andere ouders daar rekening mee kunnen houden. Deel aan het eind de samenvatting op een a4tje uit om mee te nemen naar huis (zie punt 2)
  2. Maak als ouder of in overleg met de ouder een a4tje met de naam en foto van je kind, een paragraaf over wat diabetes is en hoe de andere ouders je kind kunnen helpen bij traktaties, spelen en verjaardagsfeestjes.
  3. Vraag aan de leerkracht of dit A4tje het hele jaar op het prikbord van de klas mag hangen.

Zorg dat de informatie niet te ingewikkeld of te 'eng' is, benadruk wat je kind allemaal kan en mag, en leg daarbij eerlijk uit wat je kind of jou kan helpen.

Hierbij een voorbeeld brief om uit te delen aan alle ouders van de klasgenootjes van je kind.

Er zijn verschillende manieren om te zorgen dat de leerling met diabetes zoveel mogelijk van een traktatie kan genieten. Ten eerste hangt het ervan af of de leerling zelf al koolhydraten kan tellen en daar de bijbehorende insuline bij kan toedienen. Hoe eerder de leerling dit kan eventueel met behulp van de leerkracht, een koolhydratenlijst met traktaties of een koolhydraten-app hoe makkelijker het is.

Tot die tijd kun je verschillende strategieen toe passen:

  1. Vraag aan de ouder of hij/zij je wil leren hoe je koolhydraten opzoekt in lijst/app.
  2. Vraag een koolhydratenlijst van de meestvoorkomende traktaties.
  3. Vraag aan de leerkracht om je een foto van de traktatie te appen zodat jij een schatting van de koolhydraten kan maken.
  4. Kijk of het mogelijk is om de traktatie voor alle kinderen uit te delen aan het einde van de schooldag, voor iedereen om mee naar huis te nemen. Dit doen sommige scholen uit zichzelf vanwege risico op allergieen en dergelijke.

 

Belangrijkste hierbij is; maak het voor de leerkracht zo makkelijk mogelijk! Dus vermeld op alles wat je aan tussendoortjes, eten en drinken wat je meegeeft hoeveel koolhydraten erin zitten.

Daarnaast zijn er natuurlijk altijd onverwachte eet- en drinkmomenten in de klas. Afhankelijk hoe precies jij bent en hoezeer de leerkracht mee wil denken zijn er de volgende mogelijkheden:

  1. Vraag aan de leerkracht of hij/zij wil leren hoe je koolhydraten opzoekt in lijst/app.
  2. Maak een koolhydratenlijst van de meest voorkomende traktaties en geef die aan de leerkracht
  3. Vraag aan de leerkracht om je een foto van de traktatie te appen zodat jij een schatting van de koolhydraten kan maken.
  4. Vraag aan de leerkracht of het mogelijk is om de traktatie voor alle kinderen uit te delen aan het einde van de schooldag, voor iedereen om mee naar huis te nemen. Dit doen sommige scholen uit zichzelf vanwege risico op allergieen en dergelijke.

Ook dit is natuurlijk afhankelijk van de leeftijd. Het lastigst is natuurlijk wanneer je kind zelf nog niet kan meten of insuline toe kan dienen.

Ouders hebben hier allerlei verschillende oplossingen voor bedacht waaronder:

  • alle speelkameraadjes gastvrij bij jou thuis laten spelen totdat je kind meer zelf kan,
  • pas na de lunch laten spelen, of meegaan en de lunch uitrekenen, insuline geven en weggaan,
  • Slimpie meegeven of het bij thee/water houden en als tussendoortje tomaat, komkommer, worst of kaas (allemaal zonder koolhydraten),
  • de ouders van de beste speelkameraadjes eerst bellen en vragen hoe ze er tegenover staan, uitleg geven en beetje en beetje wat leren afhankelijk van hoe open ze hiervoor staan.

Hoe je dit doet hangt af van de leeftijd van je kind en de klasgenootjes.

  • Groep 1 en 2: vraag aan de leerkracht of je een keer een verhaal mag vertellen over een kleuter die diabetes heeft. Er zijn allerlei leuke voorleer boekjes in omloop voor kleuters over diabetes (lees meer bij de vraag hoe vertel je het kleuters)
  • Groep 3, 4 en 5: doe het liefst samen met je kind een quizz of spel over diabetes: wat het is, wat het betekent voor je kind in de klas.
  • Groep 5, 6 en 7: help je kind om een spreekbeurt te houden over diabetes. Voor de bovenbouw van de basisschool en het voortgezetonderwijs is een powerpoint gemaakt die te vinden is op de leerlingen pagina's.

Er zijn een heel aantal leuke manieren om diabetes aan de allerkleinsten uit te leggen. Zoals bijvoorbeeld met een een kabouter-filmpje voor de allerkleinsten of deze filmpjes voor kinderen van 4 tot 7 jaar. 

Of met een voorleesboekje. Een aantal daarvan zijn te koop. Zoals:

  • De Diabetes van Daan, voor te lezen voor kinderen vanaf 4 jaar, herdruk juni 2018 hier te koop 
  • Taart voor Tuur? kinderen 4-8 jaar https://www.bol.com/nl/p/taart-voor-tuur/1001004010301594/

Daarnaast zijn er een aantal boekjes die niet te koop zijn. Je kunt je diabeteszorgteam vragen of zij een exemplaar hebben. Zoals:

  • Wippie Wiebelbeen: geschreven door onze penningmeester Harry Roos
  • Lotje's Diejabeetus: geschreven door Marlies Slegers
  • Bibberbeentjes: geschreven door Elvira Schalken

Natuurlijk is dit afhankelijk van de leeftijd van je kind, wat hij of zij zelf kan doen en of er al iemand op het feestje aanwezig is die weet waar hij op moet letten en hoe te handelen.

Als je kind nog niet alles zelf kan of durft, bel dan de ouders van het klasgenootje op. Leg ze uit wat diabetes is, en welke hulp je kind nodig heeft. Is het een klasgenootje waar je kind regelmatiger over de vloer komt of zal komen en zijn de ouders bereid wat te leren, dan kan je overwegen om ze het een en ander te leren. Het persoonlijk diabeteszorgplan kan ook hier een handig hulpmiddel/ geheugensteuntje tijdens het feestje zijn samen met een inschatting van de koolhydraten tijdens het feestje.

Is je kind nog erg jong en/of vinden de ouders van het klasgenootje lastig/eng/te grote verantwoording tijdens een feestje dan kan je ze van te voren vragen, wat de activiteiten zijn, waar en wanneer zodat je een goede indruk krijgt van:

  • hoeveel bewegen er in het spel is
  • hoeveel, warvoor en wanneer koolhydraten er bij te pas komen
  • en of je als vliegende keep in en uit kan vliegen om te meten/insuline toe te dienen of dat je het beste mee kan gaan/ erbij blijven.

Protocol bij bewusteloosheid of bij bewustzijndaling

Op een school is een helder protocol belangrijk. een voorbeeld kan zijn:

1. 112 bellen

2. pomp stoppen of lostrekken

3. glucagon neusspray toedienen (indien mogelijk)

4. ouders informeren

Afspraken over

1. waar wordt de glucagon neusspray bewaard

2. wie wordt bekwaam gemaakt, wie is de back-up

3. ouder zorgt dat Glucagon neusspray niet verloopt en vervangen wordt na gebruik

Noodkaart

School heeft voor alle kinderen met een medische uitdaging een noodkaart gemaakt. Hierop staat een foto van het kind en een korte versie van het handelingsprotocol. Ook staan er telefoonnummers van ziekenhuis en ouders op, en staat erbij wie van het personeel op de hoogte is. De kaart steekt voorin de groepsklapper en in het ontruimingspakket van de school.

Samenvatting

Kortom, stem goed af met school waar ze zich prettig bij voelen, en wat de minimale levensreddende maatregel is. Zet dit in een duidelijk protocol, zorg dat iedereen hiervan op de hoogte is en houd het actueel.